Toelichting op de geconsolideerde Balans per 31 december 2023
Activa
Materiële vaste activa
1.1.2 |
1.1.2.1 |
1.1.2.2 |
1.1.2.3 |
1.1.2.4 |
1.1.2.5 |
1.1.2.6 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Materiële vaste activa (M€) geconsolideerd |
Gebouwen en grond |
Terreinen |
Inventaris en apparatuur |
Overige materiële vaste activa |
In uitvoering en vooruit- betaald |
Niet aan het proces dienstbare mva |
Totaal |
|
Aanschafprijs 1-1-2023 |
a |
518,9 |
47,7 |
61,2 |
1,6 |
49,8 |
16,9 |
696,1 |
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen 1-1-2023 |
b |
-341,7 |
-17,6 |
-27,8 |
-1,3 |
0,0 |
-11,7 |
-400,1 |
Boekwaarde 1-1-2023 |
c=a+b |
177,2 |
30,1 |
33,4 |
0,3 |
49,8 |
5,2 |
296,0 |
Investeringen 2023 |
d |
6,8 |
10,6 |
0,1 |
16,7 |
0,0 |
34,2 |
|
Activering werk in uitvoering 2023 |
e |
43,7 |
2,8 |
-46,5 |
0,0 |
|||
Aanschafwaarde desinvesteringen 2023 |
f |
-26,1 |
-0,3 |
0,0 |
-26,4 |
|||
Afschrijvingen 2023 |
g |
-17,6 |
-1,7 |
-7,7 |
-0,1 |
-0,4 |
-27,5 |
|
Afschrijvingen desinvesteringen 2023 |
h |
22,2 |
0,2 |
0,0 |
22,4 |
|||
Aanschafprijs en terugname waardevermindering 31-12-2023 |
i=a+d+e+f |
543,3 |
47,7 |
74,3 |
1,7 |
20,0 |
16,9 |
703,9 |
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen 31-12-2023 |
j=b+g+h |
-337,1 |
-19,3 |
-35,3 |
-1,4 |
0,0 |
-12,1 |
-405,2 |
Boekwaarde 31-12-2023 |
k=i+j |
206,2 |
28,4 |
39,0 |
0,3 |
20,0 |
4,8 |
298,7 |
Afschrijvingspercentages (in %) |
0 - 12,5 |
3,3 - 10 |
6,7 - 50 |
6,7 - 20 |
0,0 |
6,7 - 20 |
Gestelde zekerheden
Aan de Staat der Nederlanden is de volgende zekerheid verstrekt: per 1 januari 2010 het recht van 1e hypotheek op een deel van het onroerend goed ter zekerheid van de opgenomen leningen, tot maximaal het bedrag van de openstaande schuld.
WOZ en verzekerde waarde gebouwen en terreinen (M€) geconsolideerd |
2023 |
---|---|
WOZ-waarde gebouwen en terreinen |
268,8 |
Verzekerde waarde gebouwen |
930,8 |
Bovenstaande WOZ-waardes hebben 1 januari 2022 als peildatum en zijn van toepassing op het belastingjaar 2023. De verzekerde waarde van de gebouwen is de geïndexeerde waarde op de polis per 1 juli 2023.
Financiële vaste activa
1.1.3 |
1.1.3.2 |
1.1.3.8 |
||
---|---|---|---|---|
Financiële vaste activa (M€) geconsolideerd |
Overige deelnemingen |
Overige vorderingen |
Totaal |
|
Verkrijgingsprijs 1-1-2023 |
a |
9,1 |
6,7 |
15,8 |
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1-1-2023 |
b |
-1,0 |
-1,0 |
|
Cumulatieve waardevermeerderingen 1-1-2023 |
c |
0,0 |
||
Boekwaarde 1-1-2023 |
d=a+b+c |
9,1 |
5,7 |
14,8 |
Investeringen en leningen |
e |
1,4 |
1,4 |
2,8 |
Desinvesteringen en aflossingen |
f |
-1,1 |
-1,3 |
-2,4 |
Resultaat deelnemingen |
g |
0,3 |
0,3 |
|
Waardeverminderingen |
h |
-0,8 |
-0,8 |
|
Waardevermeerderingen |
i |
0,0 |
||
Aanschafprijs 31-12-2023 |
j=a+e+f+g |
9,7 |
6,8 |
16,5 |
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 31-12-2023 |
k=b+h |
0,0 |
-1,8 |
-1,8 |
Cumulatieve waardevermeerderingen |
l=c+i |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Boekwaarde 31-12-2023 |
m=j+k+l |
9,7 |
5,0 |
14,7 |
Overige deelnemingen
Onder deze post wordt de waardering van deelnemingen verantwoord, waarbij de universiteit een minderheid van de aandelen in haar bezit heeft. Voor een overzicht van de minderheidsdeelnemingen wordt naar het hoofdstuk met deelnemingen en verbonden partijen verwezen.
Overige vorderingen
Per eind 2023 bedraagt het saldo van de overige vorderingen M€ 5,0. Dit saldo bestaat voornamelijk uit vorderingen uit leasecontracten (M€ 4,4) en uitgegeven TOP-leningen (M€ 0,4).
Het kortlopende deel van voornoemde vorderingen (<1 jaar) is gereclassificeerd onder de vlottende activa.
Vanuit van de apparatuurfondsen van High Tech Fund B.V. en Med Tech Fund zijn financiële leasecontracten afgesloten. De leasecontracten van High Tech Fund B.V. hebben een looptijd van 5 tot en met 8 jaar en een rentepercentage tussen 6% en 8%.
In het kader van Proof of Concept heeft UTI B.V. diverse leningsovereenkomsten afgesloten. Per eind 2023 staan er nog twee leningen open, waarvoor in beide gevallen ook een voorziening is gevormd omdat ondernemingen niet conform aflosschema kunnen aflossen. Als zekerheid voor de verstrekte leningen zijn er pandrechten verkregen op de activa en borgstellingen afgegeven door de geldnemers.
Vanaf 2018 is het beheer van de TOP-leningen onder gebracht bij UTI B.V. Er is door UTI per eind 2023 voor M€ 0,7 aan TOP-leningen uitgegeven. Als zekerheid voor de verstrekte leningen zijn er pandrechten verkregen op de activa en borgstellingen afgegeven door de geldnemers. De TOP-leningen zijn grotendeels gefinancierd door de universiteit. De universiteit staat garant indien de vordering oninbaar is.
Vlottende activa
Voorraden
1.2.1 |
Voorraden (M€) |
31-12-2023 |
31-12-2022 |
---|---|---|---|
1.2.1.2 |
Gebruiksgoederen |
0,4 |
0,4 |
De gehanteerde kostprijsmethode voor de voorraadwaardering betreft FIFO (first in, first out).
Kortlopende vorderingen
1.2.2 |
Kortlopende vorderingen (M€) |
31-12-2023 |
31-12-2022 |
||
---|---|---|---|---|---|
1.2.2.1 |
Debiteuren |
21,8 |
24,2 |
||
1.2.2.7 |
Vorderingen op studenten/deelnemers/cursisten |
0,8 |
0,1 |
||
1.2.2.8 |
Overige overheden |
1,7 |
2,4 |
||
1.2.2.9 |
Waardering onderhanden projecten |
24,4 |
24,2 |
||
Lasten Werk voor derden |
98,9 |
96,7 |
|||
Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen |
-74,5 |
-72,5 |
|||
1.2.2.10 |
Overige vorderingen: |
0,3 |
0,5 |
||
Kortlopende vorderingen financiële vaste activa |
0,2 |
0,2 |
|||
Overige vorderingen |
0,1 |
0,3 |
|||
1.2.2.11 |
Belastingen |
11,4 |
0,4 |
||
1.2.2.12 |
Vooruitbetaalde bedragen |
7,1 |
6,6 |
||
1.2.2.15 |
Overlopende activa: |
||||
Nog te ontvangen bedragen |
4,9 |
2,1 |
|||
Subtotaal kortlopende vorderingen |
72,4 |
60,5 |
|||
1.2.2.16 |
Voorziening wegens oninbaarheid |
-0,7 |
-0,5 |
||
Totaal kortlopende vorderingen |
71,7 |
60,0 |
Met de belastingdienst heeft de afgelopen jaren overleg plaats gevonden over teruggave van omzetbelasting gebaseerd op de omzet pro rata berekening conform het arrest Hoge Raad d.d. 23 februari 2018. In het jaar 2023 is er met de belastingdienst een akkoord gesloten over de toe te passen aftrekbeperking in de pro rata berekening. In de jaarrekening 2023 is de teruggaaf over de periode mei 2016 t/m december 2021 administratief verwerkt. Dit resulteert in een vordering van M€ 11,0 die in bovenstaand overzicht onderdeel is van het saldo per 31-12-2023 van post 1.2.2.11 Belastingen. In boekjaar 2024 wordt dit financieel afgewikkeld met de belastingdienst.
In bovenstaand overzicht van vorderingen zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan 1 jaar. De boekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.
Het verloop van de voorzieningen wegens oninbaarheid is als volgt:
1.2.2.16 |
Voorziening wegens oninbaarheid (M€) geconsolideerd |
2023 |
2022 |
---|---|---|---|
Saldo per 1 januari |
-0,5 |
-0,2 |
|
Onttrekking |
0,0 |
0,0 |
|
Vrijval |
0,2 |
0,2 |
|
Dotatie |
-0,4 |
-0,5 |
|
Stand per 31 december |
-0,7 |
-0,5 |
Liquide middelen
1.2.4 |
Liquide middelen (M€) geconsolideerd |
31-12-2023 |
31-12-2022 |
---|---|---|---|
1.2.4.1 |
Kasmiddelen |
0,1 |
0,1 |
1.2.4.2 |
Tegoeden op bankrekeningen |
39,1 |
20,2 |
1.2.4.3 |
Rekening courant tegoed Schatkistbankieren |
90,6 |
86,3 |
Totaal liquide middelen |
129,8 |
106,6 |
Onder de liquide middelen zijn onder meer deposito’s opgenomen die direct opvraagbaar zijn. Het volledige bedrag aan liquide middelen staat ter vrije beschikking aan de universiteit.
Passiva
Eigen vermogen
2.1 |
Eigen vermogen (M€) |
Stand per 1-1-2023 |
Resultaat |
Overige mutaties |
Stand per 31-12-2023 |
---|---|---|---|---|---|
2.1.1.1 |
Algemene reserve (publiek) |
142,5 |
-13,0 |
0,0 |
129,5 |
2.1.1.3 |
Bestemmingsreserve: |
||||
Universiteit Twente Holding B.V. (privaat) |
22,3 |
2,2 |
0,0 |
24,5 |
|
2.1.2 |
Minderheidsbelang derden |
0,4 |
-0,1 |
0,3 |
|
Totaal Eigen Vermogen |
165,2 |
-10,8 |
-0,1 |
154,3 |
Ingevolge artikel 2.9 lid 4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is het negatieve resultaat over het boekjaar 2023 ad M€ 10,8 onttrokken aan de reserves.
2.1 |
Eigen vermogen (M€) |
Stand per 1-1-2022 |
Resultaat |
Overige mutaties |
Stand per 31-12-2022 |
---|---|---|---|---|---|
2.1.1.1 |
Algemene reserve (publiek) |
162,5 |
-20,0 |
0,0 |
142,5 |
2.1.1.3 |
Bestemmingsreserve: |
||||
Universiteit Twente Holding B.V. (privaat) |
13,7 |
8,6 |
0,0 |
22,3 |
|
2.1.2 |
Minderheidsbelang derden |
0,4 |
0,4 |
||
Totaal Eigen Vermogen |
176,6 |
-11,4 |
0,0 |
165,2 |
Bestemmingsreserve (privaat)
De per 31 december 2023 gevormde bestemmingsreserve voor de gelieerde onderneming Universiteit Twente Holding B.V. geeft de vermogenspositie van deze onderneming weer en is bestemd voor het opvangen van mogelijke toekomstige tekorten van de onderneming.
Minderheidsbelang derden
Onder dit balanshoofd is opgenomen het minderheidsbelang van derden, dat het aandeel van derden in het eigen vermogen van de groepsmaatschappij UT International Ventures Holding B.V. vertegenwoordigt.
Voorzieningen
2.2 |
Voorzieningen (M€) |
Stand per 1-1-2023 |
Dotaties |
Onttrekkingen |
Vrijval |
Stand per 31-12-2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
2.2.1 |
Personele voorzieningen |
|||||
ERD-WGA |
2,6 |
1,5 |
-0,4 |
-0,7 |
3,0 |
|
WW en BW-WW |
1,2 |
1,4 |
-0,7 |
-0,4 |
1,5 |
|
Transitievergoeding |
2,6 |
1,4 |
-0,7 |
-0,3 |
3,0 |
|
Sabbatical Leave |
0,2 |
0,2 |
||||
UT-jubilea |
2,8 |
0,7 |
-0,2 |
3,3 |
||
Reorganisatie |
0,5 |
-0,1 |
0,4 |
|||
Vitaliteitspact |
0,0 |
1,4 |
1,4 |
|||
Totaal voorzieningen |
9,9 |
6,4 |
-2,1 |
-1,4 |
12,8 |
|
Onderverdeling totaalsaldo 31-12-2023: |
||||||
< 1 jaar |
4,1 |
|||||
1-5 jaar |
6,1 |
|||||
> 5 jaar |
2,6 |
|||||
Totaal |
12,8 |
Bij de bepaling van de gepresenteerde contante waarde van bovenstaande voorzieningen is rekening gehouden met een jaarlijks rentepercentage van 2,6%. Een algemene toelichting op de voorzieningen is terug te vinden in de waarderingsgrondslagen. Meer specifiek kan het onderstaande nog worden toegelicht op een aantal van deze voorzieningen.
Jubileumvoorziening
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van toekomstige uitbetalingen in verband met 12,5-jarig, 25-jarig en 40-jarig jubilea. Bij de berekening van de voorziening is rekening gehouden met de hoogte van het brutoloon plus vakantiegeld, cao-stijgingen en het uitstroompercentage. Voor de hoogte van de cao-stijgingen is de verwachte inflatie van 5,6% voor het contractloon bedrijven in 2024 van het CBP gehanteerd. Het gehanteerde uitstroom percentage betreft het gemiddelde van de werkelijke uitstroom in de afgelopen twee jaren.
Voorziening reorganisatie
De voorziening reorganisatie heeft tot doel verplichtingen uit hoofde van uitkeringen na ontslag af te dekken. De hoogte van deze voorziening is gebaseerd op een inschatting van de toekomstige verplichtingen (bijvoorbeeld outplacement en afvloeiing) met een toekomstige uitstroom van middelen.
Langlopende schulden
2.3 |
2.3.3 |
2.3.5 |
2.3.7 |
2.3.7 |
|
---|---|---|---|---|---|
Langlopende schulden (M€) |
BNG |
Ministerie van Financiën |
Subsidie- fondsen |
Overig |
Totaal |
Nominale waarde aangegane leningen 1-1-2023 |
3,3 |
150,0 |
11,3 |
2,9 |
167,5 |
Cumulatieve aflossingen 1-1-2023 |
-1,3 |
-58,0 |
-9,9 |
0,0 |
-69,2 |
Stand per 1-1-2023 |
2,0 |
92,0 |
1,4 |
2,9 |
98,3 |
Aangegane leningen / langlopende schulden |
0,0 |
0,0 |
1,4 |
0,0 |
1,4 |
Aflossingen |
-0,2 |
-5,3 |
-0,9 |
0,0 |
-6,4 |
Stand per 31-12-2023 |
1,8 |
86,7 |
1,9 |
2,9 |
93,3 |
Kortlopend deel langlopende schulden 31-12-2023 |
0,2 |
5,3 |
0,0 |
0,0 |
5,5 |
Stand langlopende schulden per 31-12-2023 |
1,6 |
81,4 |
1,9 |
2,9 |
87,8 |
Onderverdeling totaal stand per 31-12-2023: |
|||||
Looptijd 1-5 jaar |
0,7 |
21,1 |
0,0 |
0,5 |
22,3 |
Looptijd > 5 jaar |
0,9 |
60,3 |
1,9 |
2,4 |
65,5 |
Het kortlopende deel (< 1 jaar) van de gepresenteerde schulden is opgenomen bij de Kortlopende Schulden.
In overeenstemming met RJ 290.937 is de reële waarde van de openstaande schulden per 31 december 2023 bepaald, rekening houdend met een disconteringsvoet van 2,66% per jaar. De berekende reële waarde van de schulden is als volgt:
2.3.3 BNG: M€ 1,56
2.3.5 Ministerie van Financiën: M€ 71,3
2.3.7 Subsidiefondsen: M€ 1,4
2.3.7 Overig: M€ 2,2
Onderstaande tabel geeft een weergave van de aangegane leningen, jaarlijkse aflossingen en te betalen rente:
Lening geconsolideerd (M€) |
Nominale waarde |
Einddatum |
Aflossing per jaar |
Rente |
Rentevast t/m jaar |
---|---|---|---|---|---|
Bank Nederlandse Gemeenten |
3,3 |
24-12-2028 |
0,2 |
3,70% |
2028 |
Ministerie van Financiën lening 1 |
90,0 |
3-1-2039 |
3,2 |
0,71% |
2025 |
Ministerie van Financiën lening 2 |
25,0 |
3-1-2039 |
0,9 |
0,10% |
2039 |
Ministerie van Financiën lening 3 |
35,0 |
2-1-2041 |
1,2 |
0,10% |
2041 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
1,9 |
31-12-2038 |
0,1 |
0,00% |
n.v.t. |
Onder post 2.3.7 ‘Subsidiefondsen’ wordt per 31-12-2023 het apparatuurfonds MedTech Fund verantwoord. De subsidiegelden Proof of Concepts die in de stand per 1-1-2023 waren opgenomen, zijn in boekjaar 2023 volledig vrijgevallen.
Het apparatuurfonds MedTech Fund betreft een subsidie ter hoogte van M€ 3,5 te ontvangen van de Provincie Overijssel en de Twente Board Development. Deze subsidie wordt in tranches tot en met 2026 uitgekeerd. In 2023 is een tranche van M€ 1,4 ontvangen, waarmee per eind 2023 in totaal een bedrag van M€ 1,9 is ontvangen. De subsidie dient te worden ingezet als een leasefaciliteit waar MedTech bedrijven in Twente een voorstel tot het leasen van productieapparatuur kunnen indienen, omdat zij niet over de liquiditeit beschikken om deze apparatuur ineens aan te schaffen. Een subsidievereiste is dat het apparatuurfonds revolverend is, waarbij de middelen die terugvloeien opnieuw worden ingezet voor hetzelfde doel.
Onder post 2.3.7 ‘Overig’ worden een tweetal posten verantwoord.
De universiteit heeft in 2016 een overeenkomst afgesloten met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland inzake een Toekomstfondskrediet Onderzoeksfaciliteiten (TOF-krediet). Deze lening wordt aangewend om investeringen in het NanoLab mee te financieren. Per eind 2023 was een bedrag van M€ 1,9 ontvangen. Terugbetaling aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is een jaar opgeschoven en start in 2024. De openstaande schuld per eind 2023 wordt in 15 jaarlijkse termijnen terug betaald.
Voor de duur van 99 jaren is door De Hogekamp B.V. in 2018 een erfpachtovereenkomst aangegaan met de Universiteit Twente. Voor de duur van 50 jaren is een vergoeding overeengekomen van M€ 1,1. Dit bedrag is verrekend met de aankoopsom bij de terugkoop van het herontwikkelde gebouwdeel tot U-Parkhotel per 1 september 2018 van Van Wijnen Projectontwikkeling Oost (VWPO). Jaarlijks wordt dit bedrag gemuteerd door de vrijval van erfpachttermijnen. Het saldo per eind 2022 bedraagt M€ 1,0.
Gestelde zekerheden
Aan de Staat der Nederlanden is de volgende zekerheid verstrekt: per 1 januari 2010 het recht van 1e hypotheek op een deel van het onroerend goed ter zekerheid van de opgenomen leningen, tot maximaal het bedrag van de openstaande schuld.
Ten behoeve van High Tech Factory B.V. is een borgstelling aan de Bank Nederlandse Gemeenten afgegeven. Het totaal van de lening bij de Bank Nederlandse Gemeenten bedraagt per jaareinde 2023 M€ 1,8 (2022 M€ 2,0).
Kortlopende schulden
2.4 |
Kortlopende schulden (M€) |
31-12-2023 |
31-12-2022 |
||
---|---|---|---|---|---|
2.4.3 |
Kredietinstellingen 1) |
0,2 |
0,2 |
||
2.4.5 |
Schulden aan Ministerie van Financiën 1) |
5,3 |
5,3 |
||
2.4.7 |
Vooruitgefactureerde termijn projecten |
86,9 |
63,5 |
||
Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen |
184,3 |
163,0 |
|||
Lasten Werk voor derden |
-97,4 |
-99,5 |
|||
2.4.8 |
Crediteuren |
17,2 |
14,1 |
||
2.4.9 |
Belastingen en premies sociale verzekeringen |
16,0 |
15,5 |
||
Loonheffing |
11,5 |
10,5 |
|||
Omzetbelasting |
1,3 |
1,6 |
|||
Premies sociale verzekeringen |
3,1 |
3,3 |
|||
Overige belastingen |
0,1 |
0,1 |
|||
2.4.10 |
Schulden ter zake pensioenen |
4,1 |
4,1 |
||
2.4.11 |
Schulden ter zake van werk voor derden |
1,1 |
0,3 |
||
2.4.12 |
Overige kortlopende schulden |
7,5 |
6,9 |
||
2.4.13 |
Vooruit ontvangen collegegelden |
19,2 |
19,0 |
||
2.4.16 |
Vooruit ontvangen bedragen |
61,6 |
45,2 |
||
2.4.17 |
Vakantiedagen/-geld |
33,2 |
28,3 |
||
2.4.19 |
Overlopende passiva |
8,1 |
7,6 |
||
Totaal kortlopende schulden |
260,4 |
210,0 |
- 1Bij ‘Kredietinstellingen’ en ‘Schulden aan het Ministerie van Financiën’ is het kortlopende deel (< 1 jaar) van de langlopende schuld opgenomen in bovenstaand overzicht.
In bovenstaand overzicht van kortlopende schulden zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan 1 jaar.
Model G
G1 Subsidies waarbij het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt
Omschrijving |
Toewijzing |
De activiteiten zijn ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel uitgevoerd en afgerond |
|
---|---|---|---|
Kenmerk |
Datum |
Status |
|
Virtueel internationaal samenwerkingsproject hoger onderwijs |
VIS23078 |
20-apr-23 |
Onderhanden |
Virtueel internationaal samenwerkingsproject hoger onderwijs |
VIS23080 |
20-apr-23 |
Onderhanden |
Virtueel internationaal samenwerkingsproject hoger onderwijs |
VIS239014 |
6-dec-23 |
Onderhanden |
Financiële instrumenten
Algemeen
De universiteit maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. De universiteit wordt via deze instrumenten c.q. balansposities blootgesteld aan markt-, valuta-, rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Om deze risico’s te beheersen heeft de universiteit een beleid opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de universiteit te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de universiteit verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren.
De uitstaande vorderingen per balansdatum bedragen M€ 71,5 (2022: M€ 60,0). Het kredietrisico inzake de uitstaande vorderingen per eind 2023 is beoordeeld en indien nodig is er een voorziening getroffen. De uitstaande vorderingen betreffen vooral subsidiegelden die betaald worden door de EU, Nederlandse overheid of onderzoeksinstellingen. Daarnaast is er een vordering op de belastingdienst (zie ‘belastingvordering’). Het kredietrisico is over het geheel genomen beperkt.
Renterisico en kasstroomrisico
Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij de opgenomen leningen is sprake van een vast rentepercentage gedurende een aantal jaar met tussentijdse renteherzieningen per leningsdeel. Onder de langlopende schulden is informatie over het rentepercentage en de looptijd van deze rente weergegeven. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd, zoals onder de langlopende schulden vermeld.
Liquiditeitsrisico
De universiteit bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het bestuur ziet erop toe dat voor de universiteit steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven.
Reële waarde
De reële waarde van de in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder tegoeden bankrekeningen, kortlopende vorderingen en kortlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan.
Niet in de geconsolideerde balans opgenomen activa en verplichtingen
Fiscale posities
Vennootschapsbelasting
De Universiteit Twente voert jaarlijks aan de hand van de laatste jaarrekening de VPB-toets uit (activiteitentoets en bekostigingstoets) om te bepalen of de universiteit over dat jaar al dan niet VPB-plichtig is. Tot op heden heeft de universiteit jaarlijks de vrijstelling van vennootschapsbelasting mogen toepassen.
Samen vormen de ondernemingen Universiteit Twente Holding B.V., Technopolis Twente Onroerend Goed B.V., Congres- en Studiecentrum Twente B.V., High Tech Factory B.V., High Tech Fund B.V., United Twente Innovation B.V., ITC International Hotel B.V., De Hogekamp B.V., EMI Twente B.V. en VVI B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De moedermaatschappij Universiteit Twente Holding B.V. neemt op grond van RJ 272.803d de belastinglasten respectievelijk belastingbaten van de gehele fiscale eenheid voor eigen rekening.
Omzetbelasting
Voor de heffing van de omzetbelasting is Universiteit Twente met ITC International Hotel B.V. opgenomen in de fiscale eenheid Universiteit Twente. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn Universiteit Twente en ITC International Hotel B.V. ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de door de combinatie verschuldigde omzetbelasting.
Voor de heffing van de omzetbelasting is Universiteit Twente Holding B.V. met De Hogekamp B.V. en Congres- en StudieCentrum Twente B.V. opgenomen in de fiscale eenheid Universiteit Twente Holding B.V. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn Universiteit Twente Holding B.V. en de met haar gevoegde ondernemingen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de door de combinatie verschuldigde omzetbelasting.
Claims
Ultimo boekjaar is er geen sprake van mogelijke materiële claims.
Aansprakelijkheid en garanties
Garantstellingen
Universiteit Twente Holding B.V. heeft zich gecommitteerd aan meerdere fondsen, te weten: Twente Technology Fund B.V. (M€ 3,0), Innovation Industries Fund Cooperatief U.A. (M€ 0,1), IMEC.ISTART Fund NL (M€ 0,6), MedTechFund (M€ 0,5), Forward One Fund (M€ 0,3) en NP Hard Ventures Fund 1 C.V. (M€ 0,3). Van het gecommitteerde bedrag van M€ 4,8 is reeds M€ 3,5 overgemaakt. Er staat nog een verplichting open van M€ 1,3.
Voor de huisvesting van studententeams is met Print Partners Ipskamp Beheer B.V. een huurovereenkomst voor het pand Capitool 25 afgesloten door de universiteit. Deze huurovereenkomst is op 15 juni 2020 aangegaan voor een periode van vijf jaar, welke telkenmale automatisch met vijf jaar verlengd zal worden, tenzij huurder of verhuurder minimaal twaalf maanden voor afloop van de overeenkomst meldt deze te willen beëindigen. Met ingang van 2021 wordt de huur betaald door de Stichting Student Teams Twente. De universiteit staat volledig garant voor (de nakoming van) alle verplichtingen van deze stichting uit hoofde van de huurovereenkomst. De jaarhuur bedraagt bij aanvang van de overeenkomst M€ 0,1 per jaar en wordt jaarlijks geïndexeerd.
Borgstellingen
Ten behoeve van High Tech Factory B.V. is een borgstelling aan de Bank Nederlandse Gemeenten afgegeven. Het totaal van de lening bij de Bank Nederlandse Gemeenten bedraagt per jaareinde 2023 M€ 1,8 (2021 M€ 2,0).
Meerjarige financiële verplichtingen
Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ter zake van bouwactiviteiten en huur. De resterende looptijd kan als volgt worden gespecificeerd:
Meerjarige financiële verplichtingen (M€) |
Bouw- |
Huur- |
Totaal |
---|---|---|---|
Niet langer dan 1 jaar |
23,7 |
2,5 |
26,2 |
Tussen 1 en 5 jaar |
0,0 |
8,3 |
8,3 |
Langer dan 5 jaar |
0,0 |
1,7 |
1,7 |
Totaal meerjarige financiële verplichtingen |
23,7 |
12,5 |
36,2 |
Bouwactiviteiten
De lopende verplichtingen in het kader van de bouwactiviteiten bedragen ultimo 2023 circa M€ 23,7 (2022: circa M€ 4,7). De stijging in deze verplichting vindt zijn oorsprong voornamelijk in de bouwwerkzaamheden voor gebouw The Cube die eind 2023 gestart zijn.
Huurverplichtingen
Voor de huur van extra kantoorruimte in het pand aan Capitool 15 is per 1 april 2022 een huurovereenkomst met M7 EREIP V Dutch PropCo 4 B.V. afgesloten. De overeenkomst is in eerste instantie aangegaan voor een periode van vijf jaren en acht maanden. Het huurbedrag bedraagt M€ 0,5 per jaar. Het contract kan na afloop van de huurtermijn per 1 december 2027 jaarlijks met één jaar verlengd worden.
Met Snelder Zijlstra Bedrijfshuisvesting is per 1 augustus 2014 een overeenkomst gesloten voor de huur van het pand Capitool 40 ten behoeve van permanente tentamenruimte. Het huurbedrag bedraagt M€ 0,1 per jaar. Het contract wordt jaarlijks stilzwijgend met één jaar verlengd.
Per 1 februari 2023 heeft de universiteit een overeenkomst met High Tech Centre Enschede B.V. voor de huur van het pand aan de Hengelosestraat 701 voor huisvesting van het Fraunhofer Innovation Platform for Advanced Manufacturing. De huurovereenkomst is in eerste instantie afgesloten voor een periode van 10 jaar met een jaarlijkse huursom van M€ 0,45. Na de initiële huurtermijn kan de universiteit de huur met nog eens 5 jaar verlengen.
VVI B.V. heeft een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met ASR Dutch Science Park Fund voor de huur van ruimte in gebouw The Gallery. Het totaal jaarbedrag in 2024 voor huur en bijkomende kosten bedraagt M€ 1,4.
Erfpachtverplichtingen
Begin jaren negentig zijn woningen belast met erfpacht verkocht aan personeelsleden van de universiteit. De erfpachter van de woningen heeft de bevoegdheid de woning bij aangetekend schrijven aan Technopolis Twente Onroerend Goed B.V. aan te bieden. In dat geval is de vennootschap verplicht deze woning te kopen. De koopsom voor de woning zal door beide partijen in onderling overleg worden vastgesteld. Het recht van erfpacht dat is verworven bij de verkoop van de woningen is destijds gewaardeerd tegen de contante waarde. Deze waarde werd jaarlijks verminderd met de gefactureerde erfpachtgelden met betrekking tot de verkochte woningen. Uiteindelijk werd in boekjaar 2013 de financiële waarde nihil bereikt. Het recht van erfpacht – hoewel geen financiële vaste activa van waarde meer – blijft echter voortdurend van kracht.
Voorwaardelijke verplichtingen
Inkoop
In het kader van de inkoop van goederen en diensten zijn door de universiteit ultimo 2023 financiële verplichtingen aangegaan tot een bedrag van circa M€ 9,7 (2022: circa M€ 14,2). Het volledige bedrag aan verplichtingen vervalt binnen één jaar. Hiervoor zijn geen zakelijke zekerheden gesteld.
Onderhoud
Door de universiteit zijn in het kader van onderhoud aan gebouwen en terreinen voor het jaar 2023 financiële verplichtingen aangegaan tot een bedrag van M€ 1,1 (2022: M€ 1,4).