Toelichting op de geconsolideerde Staat van Baten en Lasten over 2024

Baten

Staat van Baten en Lasten (M€) - Baten geconsolideerd

Realisatie 2024

Begroting 2024 *)

Realisatie 2023

3.1.1

Rijksbijdragen OCW

310,8

316,3

298,1

3.3.4

Collegegelden sector WO

37,8

40,1

36,3

3.4

Baten werk voor derden

119,6

133,0

99,1

3.4.1

Contractonderwijs

1,9

0,1

3.4.2

Contractonderzoek

116,1

98,0

3.4.2.1

Internationale organisaties

30,5

25,4

3.4.2.2

Nationale overheden

24,1

20,0

3.4.2.3

NWO

37,0

28,8

3.4.2.5

Overige non-profit organisaties

3,3

3,4

3.4.2.6

Bedrijven

21,2

20,4

3.4.5

Overige baten werk i.o.v. derden

1,6

1,0

3.5

Overige baten

34,7

37,6

48,0

3.5.1

Verhuur

9,8

9,8

3.5.2

Detachering personeel

4,1

3,8

3.5.4

Sponsoring

0,1

0,2

3.5.6

Bijzondere baten

0,0

0,0

3.5.9

Opbrengst catering

1,7

1,8

3.5.10

Overige baten - overig

19,0

32,4

Totaal baten

502,9

527,0

481,5

  • *begrotingscijfers zijn niet beschikbaar op hetzelfde detailniveau als dat de jaarrekening is opgesteld.

3.5.10

Overige baten - overig (M€) geconsolideerd

Realisatie 2024

Realisatie 2023

Cursussen en congressen

1,0

0,9

Bijdrage aan studentenvoorzieningen

0,6

0,6

Doorberekende energie

2,8

2,1

Kennisvalorisatie, etc.

14,6

11,7

Resultaat verkoop gebouw

0,0

6,4

Teruggaaf pro rata btw

0,0

10,7

Totaal overige baten

19,0

32,4

Rijksbijdrage

Met name als gevolg van het doorschuiven van toegekende middelen voor sectorplannen en starters- en stimuleringsbeurzen naar de komende jaren voor een bedrag van M€ 10,5 vallen de inkomsten uit Rijksbijdrage M€ 5,5 lager uit dan begroot. Aangezien de aanwending van deze middelen in de komende jaren zal plaatsvinden, worden op deze wijze baten en lasten in hetzelfde jaar verantwoord.

De jaarlijks indexactie van de rijksbijdrage zorgt voor een stijging in de rijksbijdrage 2024 ten opzichte van 2023, ondanks een daling in het studentenaantal dat mee telt voor de te ontvangen rijksbijdrage.

Collegegelden

Vanwege een dalende studentenpopulatie vallen de inkomsten uit collegegelden M€ 2,3 lager uit dan begroot. Ten opzichte van 2023 zijn de inkomsten met M€ 1,5 toegenomen door jaarlijkse indexatie van de collegegeldtarieven.

De inkomsten uit collegegelden zijn als volgt te verdelen over wettelijk tarief en instellingstarief:

Uitsplitsing collegegelden (M€)

Realisatie 2024

Realisatie 2023

Wettelijk tarief collegegelden

22,7

21,4

Instellingstarief collegegelden

15,1

14,9

Totaal collegegelden

37,8

36,3

Omzet werk voor derden

De omzet werk in opdracht van derden komt in 2024 op M€ 119,6 uit en ligt daarmee M€ 13,4 lager dan de begrote omzet van M€ 133,0. Deze daling is een gevolg van lagere out-of-pocket uitgaven aan extern gefinancierde projecten.

Ten opzichte van het jaar 2023 is de omzet met M€ 20,5 toegenomen. Deze stijging vindt haar oorsprong voornamelijk in hogere projectsubsidies van NWO (M€ 8,2), extra inkomsten van internationale organisaties (M€ 5,1, met name EU-subsidies), extra middelen van de nationale overheid (M€ 4,1, onder meer Nationaal Groeifonds), meer contractonderwijs onder de noemer ‘Leven Lang Ontwikkelen’ (M€ 1,8) en een hogere omzet uit onderzoeksprojecten voor bedrijven (M€ 0,8).

Overige baten

In 2024 zijn de overige baten gedaald tot een bedrag van M€ 34,7 (2023: M€ 48,0). In onderstaande tabel wordt een nadere specificatie gegeven:

Overige baten (M€)
geconsolideerd

Realisatie 2024

Realisatie 2023

3.5.1

Verhuur onroerend goed

9,8

9,8

3.5.2

Detachering personeel

4,1

3,8

3.5.4

Sponsoring

0,1

0,2

3.5.6

Bijzondere baten

0,0

0,0

3.5.9

Opbrengst catering

1,7

1,8

3.5.10

Overige

19,0

32,4

- Cursussen en congressen

1,0

0,9

- Bijdrage aan studentenvoorzieningen

0,6

0,6

- Doorberekende energie

2,8

2,1

- Dienstverlening, doelsubsidie, leermiddelen

14,6

11,7

- Resultaat verkoop gebouw

0,0

6,4

- Teruggaaf pro rata btw

0,0

10,7

Totaal overige baten

34,7

48,0

Ten opzichte van de begroting vallen de overige baten M€ 2,9 lager uit.

De overige baten zijn in 2024 M€ 13,3 lager dan in 2023. In 2023 was éénmalig sprake van incidentele baten uit teruggaaf pro rata (M€ 10,7), verkoop van een gebouw (M€ 6,4) en vrijval van een subsidieverplichting UTH B.V. (M€ 0,9). Daarentegen zien we in 2024 een stijging welke vooral toe te rekenen is aan ontvangen Horizon-middelen (M€ 6,4) en extra baten uit doorberekende energie (M€ 0,7).

Lasten

Staat van Baten en Lasten (M€) -
Lasten geconsolideerd

Realisatie 2024

Begroting 2024 *)

Realisatie 2023

4.1

Personeelslasten

372,4

361,2

344,1

4.1.1

Lonen en salarissen

341,7

318,4

4.1.1.1

Brutolonen en salarissen

263,9

251,8

4.1.1.2

Sociale lasten

37,7

32,9

4.1.1.5

Pensioenpremies

40,1

33,7

4.1.2

Overige personele lasten

30,7

25,7

4.1.2.1

Vrijval / Dotaties personele voorzieningen

12,0

4,3

4.1.2.2

Personeel niet in loondienst

9,6

9,6

4.1.2.3

Overige

9,1

11,8

4.2

Afschrijvingen materiële vaste activa

28,3

30,3

27,5

4.3

Huisvestingslasten

33,2

40,4

33,1

4.3.1

Huur

2,7

1,9

4.3.2

Verzekeringen

0,7

0,6

4.3.3

Onderhoud

6,1

6,3

4.3.4

Energie en water

12,7

13,8

4.3.5

Schoonmaak

4,7

4,3

4.3.6

Heffingen

2,6

2,5

4.3.8

Overige

3,7

3,7

4.4

Overige lasten

77,4

102,8

90,6

4.4.1

Administratie- en beheerslasten

26,7

26,5

4.4.2

Inventaris en apparatuur

11,2

14,8

4.4.4

Vrijval / Dotaties overige voorzieningen

0,0

0,0

4.4.5

Overige lasten - overig

39,5

49,3

Totaal lasten

511,3

534,7

495,3

  • *Begrotingscijfers zijn niet beschikbaar op hetzelfde detailniveau als dat de jaarrekening is opgesteld.

4.1

Gemiddelde personeelsformatie (fte) geconsolideerd

Realisatie 2024

Begroting 2024

Realisatie 2023

WP

2.266

2.212

2.121

OBP

1.562

1.482

1.594

Totaal formatie

3.828

3.694

3.715

De volgende honoraria van de controlerend accountant zijn ten laste gebracht van de universiteit, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a lid 1 en 2 BW.

4.4.1

Specificatie accountantskosten (k€)

Realisatie 2024

Realisatie 2023

Honorarium onderzoek jaarrekening

380,2

368,5

Honorarium andere controleopdrachten

296,2

281,5

Honorarium fiscale adviezen

0,0

0,0

Honorarium andere niet-controlediensten

100,9

142,6

Totaal accountantskosten

777,3

792,6

De in de tabel vermelde honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening hebben betrekking op de totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening van het betreffende boekjaar.

4.4.5

Overige lasten - overig (M€) geconsolideerd

Realisatie 2024

Realisatie 2023

Boeken en tijdschriften

3,5

3,5

Technische materialen, drukwerk, etc.

12,7

12,1

Grondstoffen

0,5

0,6

Reis- en verblijfkosten

9,4

10,0

Uitbesteed werk

10,2

16,7

Beurzen

-0,6

1,4

Huur, onderhoud apparatuur, etc.

3,8

5,0

Totaal overige lasten

39,5

49,3

Personele lasten

De personele lasten vallen in 2024 M€ 11,2 hoger uit dan begroot. Deze overschrijding is voornamelijk toe te rekenen aan een niet begrote dotatie van M€ 12,0 aan personele voorzieningen, waaronder M€ 7,0 aan een reorganisatievoorziening. Verder is er in 2024 een nieuwe cao afgesloten, met een loonstijging van 3,7% per 1 september 2024, en ligt het aantal fte’s iets hoger dan begroot. Dit aantal fte’s en de nieuw afgesloten cao hebben impact op zowel de brutolonen en salarissen als op de sociale lasten.

De lasten voor personeel in loondienst zijn voor een deel begroot onder de overige lasten.

Ten opzichte van 2023 zijn de personele lasten met M€ 28,3 gestegen. Een hogere dotatie in personele voorzieningen in combinatie met de 3,7% loonstijging en éénmalige bruto-uitkering uit hoofde van de nieuwe cao zijn hier de voornaamste redenen voor.

Afschrijvingen

De lasten voor afschrijvingen zijn in 2024 M€ 2,1 lager dan begroot. Dit is een gevolg van latere oplevering van vastgoed en uitgestelde aankoop van inventaris en apparatuur.

In vergelijking met 2023 zijn de lasten voor afschrijvingen in 2024 M€ 0,7 hoger. Deze lichte stijging is een gevolg van de oplevering van enkele kleine vastgoedprojecten en gedane investeringen in inventaris en apparatuur.

Huisvesting

De realisatie van huisvestingslasten valt M€ 7,2 lager uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk verklaard door lagere energielasten, door een daling van de energietarieven in 2024 en minder energieverbruik, lagere onderhoudslasten en lagere huurlasten.

De huisvestingslasten liggen in 2024 in lijn met de realisatie in 2023. Lagere uitgaven aan energie, water en onderhoud worden genivelleerd door hogere uitgaven aan huur, verzekeringen en schoonmaak.

De geconsolideerde huisvestingsratio komt uit op 10% (2023: 11%) en ligt hiermee onder de waarde van 15% die de universiteit als norm hanteert. Voor het  bepalen van de huisvestingsratio wordt de som van de huisvestingslasten en afschrijvingen gebouwen en terreinen gedeeld door de totale lasten.

Overige lasten

Met een realisatie van M€ 77,4 vallen de overige lasten M€ 25,4 lager uit dan begroot. Deze afname is voor M€ 14,8 een gevolg van minder uitgaven aan inventaris en apparatuur ten behoeve van extern gefinancierde projecten, hetgeen ook tot uiting is gekomen in een lagere omzet werk in opdracht van derden. Verder is er minder uitgegeven aan materialen (M€ 5,0), reis- en verblijfkosten (M€ 1,1) en subsidies en lidmaatschappen (M€ 1,0). Lasten voor uitbesteed werk zijn begroot onder de overige lasten, maar gerealiseerd onder personeel niet in loondienst.

De overige lasten vallen in 2024 M€ 13,2 lager uit in vergelijking met 2023. Er is in 2024 minder besteed aan uitbesteed werk (M€ 6,5), inventaris en apparatuur (M€ 3,6), beurzen (M€ 2,0), huur en onderhoud inventaris en apparatuur (M€ 1,2) en reis- en verblijfkosten (M€ 0,6) dan in 2023 het geval was. Daarentegen liggen de lasten voor technische materialen in 2024 M€ 0,6 hoger.

6

Financiële baten en lasten (M€) geconsolideerd

Realisatie 2024

Begroting 2024

Realisatie 2023

6.1

Rentebaten

7,1

0,2

3,2

6.2

Rentelasten

-0,5

0,0

-0,5

Totaal financiële baten en lasten

6,6

0,2

2,7

8

Resultaat op deelnemingen

-2,1

0,0

0,3

9

Aandeel derden in het resultaat

0,1

0,0

0,0