Onderzoek met en voor de maatschappij

De invulling van de vier impactdomeinen is grotendeels gebaseerd op maatschappelijke uitdagingen: in relatie tot gezondheid en zorg, het klimaat, gerelateerd aan veiligheid en aan de wereldwijde vraag naar chips. Enkele voorbeelden:

Health

Microrobots die door je bloedvaten zwemmen, organen op een chip, diagnostiek met kunstmatige intelligentie: het zijn slechts een paar voorbeelden van hoe moderne technologie en gezondheidszorg steeds meer met elkaar verwerven raken. Ontwikkelingen bij de UT in 2024:

  • TechMed en het Medisch Spectrum Twente (MST) gaan nauw samenwerken met het Centre for Human Drug Research (CHDR). Dit geneesmiddelenonderzoeksinstituut uit Leiden krijgt een vestiging in Twente: het wordt gevestigd in een oud gedeelte van het MST.

  • Een nieuwe overeenkomst bezegelt de waarde van onze samenwerking met het Radboud UMC. Het verbinden van faciliteiten voor onderzoek en ontwikkeling bij beide instellingen en stimuleren van nieuw onderzoek en ontwikkeling staan op de agenda.

Bridge project

In 2024 is het BRIDGE project gestart uit het EU Interreg programma. Samen met de Universität Münster en andere partners zal onder andere een digitaal platform worden ontwikkeld om ziekenhuizen in de regio te ondersteunen in het delen van middelen, zoals IC-bedden, medische apparatuur en expertise. Door de samenwerking te versterken, wordt de toegankelijkheid van zorg verbeterd, ongeacht nationaliteit of woonplaats. Het doel is een duurzamer, geïntegreerd en veerkrachtig gezondheidszorgsysteem, waarin grensoverschrijdende samenwerking niet alleen in crisissituaties, maar ook in de dagelijkse praktijk vanzelfsprekend wordt.

Climate

De klimaatverandering vraagt om een maatschappelijke transitie waarin de wetenschap een essentiële rol speelt. Ons Climate Centre richt zich binnen het impact domein klimaat onder ander op het omgaan met weersextremen met de thema’s klimaatbestendige landbouw, rampen bestendigheid en droogte. Een voorbeeld van een ontwikkeling op dit gebied in 2024 is de overeenkomst die met NL Space Campus is ondertekend. De samenwerking richt zich op het benutten van data uit de ruimte voor wetenschappelijke, maatschappelijke en commerciële doeleinden, met bijzondere aandacht voor thema's zoals Resource Security, Urban Futures, Disaster Resilience en Geo-AI.

Een ander onderwerp is het doorlopen van de energie transitie. Innovaties in duurzame energie en slimme energiesystemen om de samenleving te voorzien van schone, betrouwbare en rechtvaardige energieoplossingen staan centraal in de tweede poot van het domein. Zo werken we mee aan de ontwikkeling van technologie voor de productie van E-methanol, een duurzaam brandstofalternatief voor conventionele brandstoffen voor zwaar transport. Vanaf 2024 wordt vanuit bedrijfsleven en UT, gesteund door Groeifonds-subsidie (GroenVermogen NL), het eerste E-Methanol systeem in de Benelux gebouwd. In 2024 is verder met ROC van Twente en Saxion een convenant getekend voor de oprichting van een Center of Expertise voor Versnelling Energie- en Grondstoffentransitie (VEGT).

Een hoogtepunt in 2024 is de op 21 juni geopende hypermoderne onderzoeksfaciliteit voor het maken van groenere batterijen en katalysatoren in het NanoLab. Een van de machines – de operando HAXPES – is wereldwijd de eerste in zijn soort. Hiermee kunnen onderzoekers op het grensvlak van twee verschillende lagen werken, terwijl de materialen actief zijn. Dit kan worden gebruikt bij de ontwikkeling van nieuwe soorten batterijen en katalysatoren voor groene waterstofproductie.

Ook over internationaal beleid in dit domein praten onze wetenschappers mee. Verandering om verder biodiversiteitsverlies tegen te gaan is urgenter dan ooit én haalbaar, stelt het IPBES, het biodiversiteitspanel van de Verenigde Naties. Aan hun Transformative Change-rapport werkte Esther Turnhout (faculteit BMS) mee als één van de hoofdauteurs. Het rapport geeft onder andere aan dat integraal beleid en handelen cruciaal zijn om systemen te doorbreken die biodiversiteit onder druk zetten.

Safety & security

Impact domein veiligheid kent drie perspectieven: maatschappelijk, fysiek en digitaal.

Aan de maatschappelijke kant van veiligheid geven we bijvoorbeeld invulling met het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering. Dit is een netwerkorganisatie in Apeldoorn waarmee we kennis- en innovatieprogramma’s organiseren om grote en complexe vraagstukken rond digitalisering en veiligheid voor ondernemers, burgers en overheden behapbaar te maken. Een specifiek voorbeeld van onderzoek op het gebied van cyberweerbaarheid gaat over gijzelsoftware. Nieuwe inzichten, verkregen ook in samenwerking met de Nederlandse Politie, gaan over prevalentie van ransomware in Nederland, de impact van losgeldbetalingen en de effectiviteit van politie-interventies.

Het perspectief fysiek raakt bijvoorbeeld aan het onderwerp defensie. In 2024 werd vanuit de departementen Defensie, OCW, EZ, de Tweede Kamer en het bedrijfsleven sterk aangedrongen op het intensiveren van de samenwerking tussen Defensie en de universiteiten. Oost-Nederland heeft na Zuid-Holland het grootste marktaandeel en het hoogste aantal bedrijven (220) in de nationale defensie- en veiligheidsindustrie. Zij onderhouden nauwe banden met regionale opleidingscentra, hbo-instellingen en universiteiten voor de instroom van nieuwe medewerkers, contractonderzoek en het samenwerken in het innovatieproces. Uit co-publicatieanalyse blijkt dat de UT het meest samenwerkt met Thales.

Het toepassen van digitalisering op infrastructuur staat centraal in nieuwe samenwerking met TNO. In Joint Innovation Centers (JIC's) beogen we met onderzoekers en bedrijven uit de regio nieuwe producten en systemen te gaan ontwikkelen. Eén van deze JIC’s richt zich op digitale systemen voor het voorspellen van onderhoud aan civiele infrastructuur. Kern is dat aan de UT ontwikkelde technologie daadwerkelijk toegepast gaat worden. Hierdoor worden fundamenteel en toegepast onderzoek nauwer verweven. TNO ontving Europese middelen voor chipontwikkeling en de provincie en Twente Board dragen ook financieel bij.

Chip technologies

Twente groeit steeds meer uit tot een centrum voor fotonica en halfgeleiders en wil via de ontwikkeling van chips een bijdrage leveren aan de Europese productie. Investeren in chiptechnologieën helpt de EU bij het realiseren van de ambitie om voor chips minder afhankelijk te worden van Azië en de VS. In 2024 stelde het Rijk middelen beschikbaar om chipmachinefabrikant ASML in Nederland te houden. Een belangrijke opgave hiervoor is het zorgen voor voldoende opgeleid personeel, op alle vlakken van het productieproces. Het hiervoor ingestoken versterkingsplan microchipsector (Beethoven) werd eerder al genoemd. Twente speelt hierin een belangrijk rol: via het netwerk aan bedrijven die toeleverancier zijn van ASML en via de UT als opleider van studenten voor de sector.

In Twente richten we ons op:

  • De designkant (door verbeteringen in chiptechnologie maken ze nieuwe toepassingen mogelijk, zoals kunstmatige intelligentie en geavanceerde medische behandelingen);

  • De equipment kant (hoe kan je het chip fabricage proces verbeteren) en;

  • De materiaalkant (hoe kunnen materialen waaruit chips worden gemaakt optimaal worden gebruikt).

In 2024 zijn, op initiatief van onder andere MESA+ en het NanoLab, belangrijke stappen gezet voor de ontwikkeling van New Origin. Dit is een chipfoundry die Silicium Nitride (SiN) chips gaat produceren en daarmee een leverancier wordt van chips die in Twentse, Nederlandse en internationale producten zullen worden toegepast. In samenwerking met relevante bedrijven, regionale ontwikkelingsmaatschappij Oost NL en Photon Delta is de businesscase verder uitgewerkt. Dit mede om de benodigde financiering op te halen, startende met middelen van de provincie en het Nationaal Groeifonds. Per oktober is de CEO gestart die uitvoering geeft aan de plannen. Met de toetreding van Oost NL in december 2024 is New Origin een minderheidsdeelneming van UT Holding. UT Holding en Oost NL hebben een gelijk belang.

TNO’s nieuwe Joint Innovation Center (JIC) voor geïntegreerde fotonica beoogt met onderzoekers en bedrijven uit de regio nieuwe producten en systemen te gaan ontwikkelen. De missie van dit JIC is het co-creëren en integreren (samen met de industrie) van SiN chips voor maatschappelijk relevante toepassingen. Denk onder andere aan de telecomsector, de medische industrie, agro/food en veiligheid/defensie. Het JIC biomicrosystems (Organ-on-Chip) versnelt het testen van medische behandelingen, nieuwe geneesmiddelen en biotechnologische innovaties. De missie van dit JIC is om te zorgen dat de Organ-on-Chip technologie daadwerkelijk toegepast gaat worden.

De materiaalkant van chips

Floris Zwanenburg (faculteit TNW) ontving een ERC Synergy Grant voor het project Bright Chips. Door chips licht te laten uitstralen, kunnen ze namelijk sneller en efficiënter worden. Lichtgevende chips worden ontwikkeld met silicium-germanium (SiGe), een nieuw materiaal waarvan recent is aangetoond dat het licht kan uitstralen. Pantelis Bampoulis (faculteit TNW) houdt zich bezig met germaneen, een nieuw nanomateriaal dat een alternatief zou kunnen worden voor silicium. Belangrijk omdat de grenzen van silicium, het basismateriaal voor chips, bijna lijken te zijn bereikt. In 2024 ontving hij er zowel de nationale Vidi beurs als een Europese ERC Starting Grant voor.

Samenwerking

Bezoek University of Waterloo aan TechMed

Ook met onze global academic partners zetten we stappen in de samenwerking. In 2024 bezochten bijvoorbeeld zowel Dean Lili Liu van Waterloo’s Faculty of Health als Sushanta Mitra, Executive Director van Waterloo’s Institute for Nanotechnology (WIN) vanuit Canada de UT. Tijdens het eerste bezoek waar wetenschappers van Saxion bij waren betrokken, stonden digital health en generative design centraal. Het tweede bezoek stond, vanuit de jarenlange samenwerking tussen MESA+ en WIN, in het teken van het verder brengen van de strategische partnership in bredere zin. Belangrijk in de samenwerking met Waterloo zijn de kansen voor samenwerking in het Europese Horizon subsidieprogramma door het toelaten van Canada als associated partner.

De onderzoekssamenwerking met de Vrije Universiteit in Amsterdam is opgebouwd uit drie impactcoalities: Responsible Societies (circulaire economie, energie neutrale ontwikkeling, klimaatverandering), Secure Societies (crisismanagement, polarisatie en ondermijning, veerkracht en veiligheid) en Smart Societies (duurzame samenleving). In 2024 heeft de stuurgroep 13 nieuwe voorstellen voor gezamenlijk onderzoek gehonoreerd als een financiële startimpuls voor onderzoek binnen de coalities. Eerder gehonoreerde samenwerking heeft al mooie resultaten opgeleverd. Een aantal samenwerkingen is voortgezet in nieuwe projecten of heeft externe financiering gevonden.

Veel UT-laboratoria, waaronder die van het NanoLab, zijn al beschikbaar voor facility-sharing, bijvoorbeeld met bedrijven. Zo tekende in 2024 MESA+ een overeenkomst om faciliteiten te delen met een groep bedrijven in Oost Nederland: een stevige basis voor een nog intensievere samenwerking in het regionale ecosysteem ChipTech Twente om chip-ontwikkeling en chip-productie naar een nog hoger plan te trekken. Op 19 december bracht Zijne Majesteit de Koning een werkbezoek aan het MESA+ NanoLab. Andersom maken we ook gebruik van faciliteiten elders, zoals met het Laser- en magnetenlab HFML-FELIX van de Radboud Universiteit.

Geldstromen

De omzet tweede geldstroom steeg van M€ 28,8 in 2023 naar M€ 37,0 in 2024 en de derde van M€ 70,3 naar M€ 82,6. Een paar karakteristieken:

  • Hoewel het Nationaal Groeifonds wordt uitgefaseerd, zijn voor de UT in 2024 nog middelen toegekend die in de komende jaren zullen worden benut.

  • De UT is betrokken in 3 gehonoreerde onderzoeksconsortia van het NWO Zwaartekracht programma voor excellente onderzoeksconsortia.

  • In totaal zijn in 2024 voor Veni, Vidi (NWO) en ERC (European Research Council) 15 personal grants toegekend aan wetenschappers van de UT.

  • In vergelijking met het vorige EU-programma is het UT succes in Horizon Europe zowel wat betreft het aantal projecten en als in totale financiering toegenomen.

De totale omzet aan tweede en derde geldstroom middelen steeg aanzienlijk van M€ 99,1 naar M€ 119,6. Ook de omzet van externe middelen per wetenschappelijk personeelslid (WP) nam toe net als de inverdiencapaciteit.

Onderzoeksprogramma’s ten tijde van krapte

De financiële krapte noopt tot het nastreven van extern gefinancierde onderzoeksprojecten met een financieel positief resultaat. Verschillende van de kwalitatief zeer goede programma’s, zoals het Europese Marie Skodowska-Curie (MSCA), leiden niet of nauwelijks tot zo’n financieel positief resultaat en zijn dus financieel minder of niet aantrekkelijk om uit te voeren. De vraag is hoe een uitgebalanceerde onderzoeksportfolio kan worden behouden die is gericht op kwaliteit en maatschappelijke impact, én financieel voldoende is gefinancierd. In 2025 worden hier adviezen voor opgesteld.